Effectieve peerfeedback vraagt iets van jou als docent (deel 1)

In veel opleidingen is het gemeengoed dat studenten feedback op elkaars werk geven. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten is het idee. Enerzijds krijgt de ontvanger feedback van een gelijke waardoor de feedback vaak kritisch wordt bekeken. Het dwingt tot nadenken en discussie. Anderzijds heeft de feedback ook effecten op de gever aangezien de student hierdoor meestal scherper naar zijn eigen werk gaat kijken. Een geweldig leereffect, maar vaak is de realiteit anders. Ik noem een aantal lastige kwesties:

  1. De peerfeedback is mager en blijft beperkt tot bijvoorbeeld opmerkingen over vormgeving en taalgebruik;
  2. De peerfeedback is vaak overwegend positief;
  3. De peerfeedback gaat alle kanten uit maar is niet gericht op de beoordelingscriteria.

De kwaliteit van peerfeedback laat vaak te wensen over. Hoe kan je die kwaliteit op een hoger niveau brengen? Belangrijke voorwaarde daarvoor is eerst stil te staan bij de redenen of het belang om peerfeedback in te zetten. Ik noem er vijf:

  1. Je laat studenten actief met de lesstof aan de slag gaan. Ze moeten immers prestaties kritisch beoordelen en krijgen daardoor meer vat op de benodigde kwaliteit.
  2. Je legt de verantwoordelijkheid voor de feedback bij de studenten en zij worden hierdoor meer eigenaar van hun eigen leren.
  3. Studenten krijgen feedback en leren van hun peers. Studenten leren anders en vaak meer van hun collega’s dan van een docent omdat ze op hun peers meer kritisch durven te zijn.
  4. Studenten ontwikkelen hun feedbackvaardigheden wat een belangrijke beroepsvaardigheid is.
  5. Je draagt bij aan hun ontwikkeling als kritische professional. Iedere beroepsprofessional moet immers eigen werk en andermans werk kritisch kunnen beoordelen.

Er zijn drie belangrijke voorwaarden voor effectieve peerfeedback:

  1. Is er voldoende veiligheid en vertrouwen in de groep zodat studenten elkaar effectieve feedback willen en kunnen geven? Studenten zijn kwetsbaar als zij eigen materiaal inbrengen voor feedback maar ook kwetsbaar als zij hun mening of oordeel moeten geven over het werk van een andere student. Een eerste vereiste is dus dat er een veilige basis is.
  2. Ervaren de studenten het belang van het geven en ontvangen van peerfeedback? Of met andere woorden: willen ze het? Belangrijk is om studenten uit te leggen wat de reden is dat je peerfeedback wilt inzetten. In de alinea hierboven vind je daarvoor een aantal argumenten.
  3. Hebben de studenten de vaardigheid in huis om goede feedback te geven? Ze moeten enerzijds feedbackvaardigheden hebben en anderzijds moeten ze ook nog genoeg kennis en ervaring hebben met de prestaties waarop ze feedback moeten geven. Of met andere woorden: kunnen ze het?

In een volgend blog ga ik in op deze laatste noodzakelijke voorwaarde voor effectieve feedback. Wil je effectieve peerfeedback inzetten dan vraagt dit dus best iets van jou als docent.

koeien die elkaar aankijken

Gerelateerde artikelen

  1. Hoe draag je effectief bij aan de autonomie van studenten?

    Hoe draag je effectief bij aan de autonomie van studenten?

    In mijn vorige blog benoemde ik vier valkuilen waar je in kunt trappen als je de autonomie van studenten wilt stimuleren. Een docent reageerde op dit blog met de vraag: maar hoe kan ik dan wel op een effectieve manier autonomie bevorderen?

    5 april 2023

  2. De valkuilen en misverstanden rondom autonomie

    De valkuilen en misverstanden rondom autonomie

    Studenten van de Juridische Hogeschool van Fontys hebben een petitie opgezet tegen de nieuwe onderwijsmethode van hun opleiding. Dit artikel was zaterdag 1 april in de Volkrant te lezen.

    5 april 2023

  3. Onderwijs is BBB

    Onderwijs is BBB

    Na de zomer staat er weer een nieuwe lichting eerstejaars studenten in de startblokken. Al jaren hoor ik docenten klagen over het dalende niveau van de instroom. Zo zouden de basisvaardigheden van de startende studenten niet op orde zijn. De taal- en leesvaardigheid zou te wensen overlaten, om nog maar te zwijgen over hun studiehouding.  Veel studenten zouden een korte spanningsboog hebben, een consumerende houding of zelfs ongemotiveerd zijn.  Maar is dit nu werkelijk zo? En is er echt sprake van een dalend niveau?

    5 juli 2023