Studenten van de Juridische Hogeschool van Fontys hebben een petitie opgezet tegen de nieuwe onderwijsmethode van hun opleiding. Dit artikel was zaterdag 1 april in de Volkrant te lezen (link). Dit is het tweede artikel naar aanleiding van de onderwijsmethodiek High Impact Learning that Lasts (HILL) die Fontys Hogeschool hanteert en die, volgens de Volkskrant, op verzet stuit van docenten en studenten (link). De studenten krijgen weinig lessen en werken gedurende een aantal dagdelen in groepen aan beroepsvraagstukken waarbij ze begeleiding krijgen. De studenten zijn eigenaar van hun eigen leerproces en ze moeten hier met eigen geformuleerde leerdoelen invulling aan geven. Kortom, de student is aan zet en de docenten springen bij in hun rol van coach als de studenten daar behoefte aan heeft, aldus de Volkskrant.
Het HILL-model is gestoeld op één van de belangrijkste basisbehoeften van studenten, namelijk autonomie. Bij autonomie gaat het erom dat studenten ervaren invloed of regie te hebben op hun leren. Als studenten meer controle hebben over hun leren dan levert dat hun meer leerwinst op dan wanneer dit extern gestuurd wordt. Daarbij blijkt dat autonomie, naast binding en competentie, ook een belangrijke bijdrage levert aan de motivatie van studenten. Hoe meer een student zelf mag en kan (mee)beslissen, hoe groter de kans dat wat hij kiest hem ook motiveert. Het is dus belangrijk om de autonomie van studenten te stimuleren, maar dan wel op een effectieve manier. Het lijkt erop dat hierin iets misgaat bij Fontys Hogeschool. Ik noem vier valkuilen of misverstanden die op de loer liggen bij autonomie.
- Autonomie is grenzeloze vrijheid
Studenten moeten zelf sturing geven aan hun leren, is de gedachte. Betekent dit dat je ze dan maar hun gang laat gaan en dat ze maar kunnen doen wat ze willen? Dit is een misverstand. Het gaat bij autonomie niet om grenzeloze vrijheid en keuze. Je wilt dat studenten autonoom afhankelijk zijn. Dit betekent dat ze handelen uit vrije wil en zich bewust zijn van hun keuzes maar daarbij wel hulp en begeleiding van jou als docent accepteren. Die hulp bestaat uit het begeleiden en ondersteunen van hun keuzes en uit het bieden van structuur. Die structuur bestaat onder meer uit het duidelijk maken van verwachtingen en het hanteren en het handhaven van regels.
- Autonomie mag geen enkele verplichting inhouden
Aangezien studenten zelf hun leerproces vormgeven en daarin hun keuzes maken, lijkt het erop dat je als opleiding geen enkele verplichting mag stellen. Ook dat is een misverstand. Sommige onderdelen binnen je curriculum zijn nu eenmaal verplicht omdat ze tot de basiskennis van een vak of opleiding behoren of omdat ze een essentiële ingangseis vormen voor een volgend curriculumonderdeel.
- Autonomie veronderstelt dat studenten weten wat ze willen
Autonomie doet vermoeden dat alle studenten zelf weten wat ze willen, hun eigen leerdoelen kunnen formuleren en doelgericht aan de slag gaan. Ook dat is een misverstand. Sommige studenten weten bij de start van hun studie prima wat ze willen en hebben een einddoel voor ogen. Anderen hebben vooral veel input, inspiratie en bevestiging uit hun omgeving en de opleiding nodig. Daarnaast moeten studenten ook duidelijk hebben wat hun keuzes zijn. Ook hier biedt het geven van structuur uitkomst. Je biedt kaders waardoor studenten weten wat het speelveld is.
- Autonomie voer je direct bij jaar 1 in
Studenten voeren regie vanaf jaar 1. Dit lijkt een mooi streven, maar werkt dit zo ook voor studenten die rechtstreeks van de middelbare school komen? Studenten moeten wennen aan een nieuwe opleiding, een nieuwe manier van studeren etc. Het is een valkuil om studenten bij de start veel ruimte en keuzes te geven. Autonomie bouw je in je opleiding op gedurende de leerjaren waardoor je studenten steeds zelfstandiger maakt. Zo geef je in jaar 1 aan studenten eenvoudige opdrachten met minder keuzes en veel begeleiding. In jaar 4 gaan studenten zelfstandig met een zelfgekozen complexe opdracht aan de slag waarbij ze veel keuze hebben en begeleiding op aanvraag. Je bouwt de mate van autonomie dus op gedurende de leerjaren.
Het lijkt erop dat de onderwijsontwikkelaars van Fontys in alle valkuilen zijn gestapt. Helaas plukken de studenten en de docenten hier de wrange vruchten van. Het stimuleren van autonomie is belangrijk, mits dit op een effectieve manier gebeurt. Wil je weten hoe dit kan? Klik dan op studentenverleidentotleren
Helder overzicht. Ik deel het met collega’s
Leuk!
Ook in het MBO-onderwijs is dit herkenbaar. Ik zal je overzicht ook delen met mijn collega’s.
Eigenlijk jammer dat het helaas herkenbaar is Paul want dit betekent dat ook in het mbo het concept van autonomie soms verkeerd uitgewerkt wordt. Fijn dat je dit wilt delen!
Mijn reactie gaat vooral uit van hoe het artikel overkomt. Ik poog hier niet te weten wat de auteur bedoelt, alleen hoe het bij mij over komt. De misvattingen die ik hieronder benoem zijn dus puur gekomen uit hoe ik het artikel lees en misschien totaal niet wat de auteur bedoelt.
Eén van de misvattingen in het artikel is dat “hoe meer een student zelf mag en kan (mee)beslissen, hoe groter de kans dat wat hij kiest hem ook motiveert.” en dat dat autonomie is. Dat lijkt namelijk te impliceren dat als je onderwijs op autonomie baseert je alles open gooit. Dat er niets meer voorgeschreven gaat worden. Dat is niet en kan niet zo zijn. Natuurlijk is het een onderdeel, maar de vraag is altijd waar, wanneer en hoeveel. Waar in het artikel volledig aan voorbij wordt gegaan is de rol van docents en studieloopbaanbegeleiders. De docenten en studieloopbaanbegeleiders hebben de functie om studenten door de studie te helpen, met inhoudelijke hulp, maar ook met hoe je zaken aanpakt. Die rol en functie is zo enorm belangrijk, want daar zit het rolmodel, de structuur en de houvast voor de student.
Een andere misvatting in het artikel is dat je de autonomie geeft door geen enkele leeruitkomst of eindterm te geven aan de student en dat dat niet wordt opgebouwd. Autonomie heeft een schaal en nog steeds een richting nodig. Dat kan je zeker in jaar 1 geven. Je zou er zelfs in jaar 1 van de basisschool mee kunnen beginnen (wat sommige onderwijsvormen al jaren laten zien dat kan).
Kortom, de tekst geeft een hele pessimistische blik op autonomie bij de studenten. Dat is helemaal niet nodig. Ja, het kan zijn dat het soms misgaat, maar het gaat ook goed op plekken. Ik zou het fijner en bruikbaarder hebben gevonden als er was gekeken naar wat er gedaan wordt om het goed te doen, niet naar wat er niet gedaan wordt waardoor het fout loopt.
Dank je wel voor je reactie Arno en ik ben blij te horen dat het, gelukkig, ook vaak goed gaat bij het stimuleren van autonomie van studenten. Mijn doel was om de vinger te leggen op waar het, helaas, soms fout gaat in opleidingen bij het geven van autonomie en wat daarvan dan de oorzaken zijn. Het gaat dan vaak om misvattingen van het begrip autonomie en de uitwerking daarvan in het onderwijs. Het lijkt mij zeker goed om te kijken wat docenten kunnen doen om autonomie effectief te stimuleren. Daarvoor verwees ik naar mijn boek en hier kom ik ook zeker op terug in een volgend blog.