Hoe zet je studenten in een leerstand?

In mijn vorige blog benadrukte ik het belang om eerst aandacht te besteden aan een goed contact en contract met studenten voordat je de inhoud induikt. Je hebt dan afgestemd met de studenten, ze weten wat ze gaan doen en met welk doel. Dan start je met de inhoud, toch?

Om aan de inhoud te beginnen is echter nog een aspect van belang. Wil een student leren dan moet deze ook leerbereid zijn. Met andere woorden: dan moet een student ook de focus op jou en op de inhoud hebben en dus in de leerstand staan. Als studenten nog geen expliciete leerbehoefte hebben, dan reageren ze vaak afstandelijk en afwachtend op jouw inhoud. Als deze leerbehoefte er wel is, dan zijn ze vaak gretig. Denk maar eens aan de verschillen bij sommige studenten voor en na een stage. Wanneer ze in stage ervaren hebben iets nog niet te kunnen of te weten en ze krijgen dit vervolgens aangeboden in de opleiding, dan heb je ze al snel leerbereid. Maar hoe krijg je studenten in een leerstand wanneer ze weinig tot geen ervaring of kennis hebben. Oftewel: hoe kun je werken aan willen bij studenten?

Het belangrijkste is om studenten zelf te laten ontdekken dat ze de noodzakelijke kennis of vaardigheden nog niet (geheel) in huis hebben. Studenten ontdekken dan dat ze onbekwaam zijn. En ze moeten dan ook beseffen dat de kennis of vaardigheid die ze nog niet hebben noodzakelijk is voor het kunnen halen van de toets en later voor het goed functioneren in hun beroep. Als docent creëer je dus de omstandigheden waarin je studenten confronteert met hun onbekwaamheid, met als doel dat ze in de leerstand komen. Hoe doe je dit precies?

Start na een welkom en een motiverende start met een startoefening. De startoefening heeft als doel om studenten te confronteren met waar ze nu staan. Je kunt die oefening zien als een nulmeting. Het leerdoel van je les bepaalt de inhoud en het doel van de startoefening.

Als je doel is dat studenten een kostenprijsberekening moeten kunnen maken dan is dat het uitgangspunt. Als studenten de kenmerken van een van theorie X moeten kunnen benoemen, werk je daarmee. Als het doel is om een diagnose te stellen op basis van een patiëntencasus dan is dat het uitgangspunt voor de startoefening. De startoefening kan verschillende vormen hebben, zoals een aantal toetsvragen, een casus of opgave op papier of een casus uit de groep. Maak de oefening pittig, het doel is immers om de studenten onbekwaamheid te laten ervaren. Daarnaast wil je ook dat bekende valkuilen aan het licht komen.

Geef studenten een beperkte tijd om de startoefening te doen. De bedoeling is namelijk dat studenten een idee krijgen van hun huidige kennis en vaardigheden. Vervolgens bespreek je kort de resultaten. Inventariseer met de studenten wat ze weten en kunnen en wat niet en vat dit samen. Ga vervolgens van deze conclusie naar wat de studenten in dit college (of deze collegereeks) gaan leren (leerdoel) en waarom ze dit nodig hebben (nut en noodzaak). Vervolgens kun je beginnen met jouw eerste inhoudelijke programmaonderdeel.

Door een startoefening werk je aan de leerbereidheid van studenten en motiveer je de studenten als het ware om in de inhoud te glijden.

Gerelateerde artikelen

  1. Hoe draag je effectief bij aan de autonomie van studenten?

    Hoe draag je effectief bij aan de autonomie van studenten?

    In mijn vorige blog benoemde ik vier valkuilen waar je in kunt trappen als je de autonomie van studenten wilt stimuleren. Een docent reageerde op dit blog met de vraag: maar hoe kan ik dan wel op een effectieve manier autonomie bevorderen?

    5 april 2023

  2. De valkuilen en misverstanden rondom autonomie

    De valkuilen en misverstanden rondom autonomie

    Studenten van de Juridische Hogeschool van Fontys hebben een petitie opgezet tegen de nieuwe onderwijsmethode van hun opleiding. Dit artikel was zaterdag 1 april in de Volkrant te lezen.

    5 april 2023

  3. Onderwijs is BBB

    Onderwijs is BBB

    Na de zomer staat er weer een nieuwe lichting eerstejaars studenten in de startblokken. Al jaren hoor ik docenten klagen over het dalende niveau van de instroom. Zo zouden de basisvaardigheden van de startende studenten niet op orde zijn. De taal- en leesvaardigheid zou te wensen overlaten, om nog maar te zwijgen over hun studiehouding.  Veel studenten zouden een korte spanningsboog hebben, een consumerende houding of zelfs ongemotiveerd zijn.  Maar is dit nu werkelijk zo? En is er echt sprake van een dalend niveau?

    5 juli 2023