Geef studenten perspectief

In mijn vorige blog pleitte ik voor het bewust confronteren van studenten met hun onbekwaamheid met als doel ze beter in de leerstand te krijgen. Maar schieten studenten dat niet op slot waardoor ze niet mee kunnen komen? Deze reactie kreeg ik van een docent.

Ik snap deze gedachte goed en hij is deels waar. Een confronterende startoefening gaat tegen het belangrijke leerprincipe in om studenten succes te laten ervaren waardoor hun zelfvertrouwen toeneemt. Door een confronterende startoefening laat je studenten opzettelijk falen. Hoe voorkom je dat je leren frustreert? Ik geef je drie tips.

  1. Instrueer de startoefening adequaat

Bij de instructie van de startoefening geef je het doel of de uitdaging mee (bijvoorbeeld ‘maak een lesopzet die een docent direct kan uitvoeren’) en je geeft daarbij aan dat het niet om goed of fout gaat (‘het gaat er nu om te kijken wat jij doet in deze situatie of casus’) en dat ze daar ook niet op beoordeeld worden. Daarnaast schets je het licht aan het einde van de tunnel doordat je aangeeft wat er na de oefening komt (‘we gaan kijken wat het effect is van verschillende aanpakken’) en wat het nut is (‘het doel is om jouw aanpak te ontdekken en te herkennen en mogelijk te verbeteren’). Je zorgt er dus voor dat studenten weinig drempels ervaren om de oefening te gaan doen.

  1. Doe een goede nabespreking van de startoefening

Het doel van de startoefening is dat studenten zelf ontdekken waar hun (on)bekwaamheid ligt. Het gaat er dus om dat ze een beeld krijgen van hun huidige kennis en vaardigheden. Richt je in de nabespreking dan ook op het wel of niet geslaagd zijn van het doel (‘wie is erin geslaagd een overtuigend intro te schrijven en wie vindt van niet?’) en laat de studenten concreet gedrag benoemen van wat werkt en wat niet. Vervolgens vat jij de belangrijkste bevindingen samen (‘jullie beheersen X nog niet, maar…’).

  1. Zorg voor perspectief na de startoefening

Vanuit jouw conclusie ga je naar wat de studenten in dit college gaan leren (leerdoel) en waarom ze dit nodig hebben (nut en noodzaak) voor het beroep en de toets. Je schets dus perspectief en je kunt dan daarna beginnen met jouw eerste inhoudelijke programmaonderdeel. Het hiaat aan kennis en vaardigheden wat studenten ervaren ga jij dus samen met hen oplossen of aanvullen door het college.

Wanneer je de drie tips adequaat toepast, voorkom je dat studenten afhaken en motiveer je studenten als het ware om het college in te glijden.

Ik vat het leerprincipe van de startoefening samen als het OPA-principe. De O staat voor onrust die je creëert door de startoefening, maar je geeft studenten Perspectief waardoor ze tot Actie overgaan.

Gerelateerde artikelen

  1. Hoe draag je effectief bij aan de autonomie van studenten?

    Hoe draag je effectief bij aan de autonomie van studenten?

    In mijn vorige blog benoemde ik vier valkuilen waar je in kunt trappen als je de autonomie van studenten wilt stimuleren. Een docent reageerde op dit blog met de vraag: maar hoe kan ik dan wel op een effectieve manier autonomie bevorderen?

    5 april 2023

  2. De valkuilen en misverstanden rondom autonomie

    De valkuilen en misverstanden rondom autonomie

    Studenten van de Juridische Hogeschool van Fontys hebben een petitie opgezet tegen de nieuwe onderwijsmethode van hun opleiding. Dit artikel was zaterdag 1 april in de Volkrant te lezen.

    5 april 2023

  3. Onderwijs is BBB

    Onderwijs is BBB

    Na de zomer staat er weer een nieuwe lichting eerstejaars studenten in de startblokken. Al jaren hoor ik docenten klagen over het dalende niveau van de instroom. Zo zouden de basisvaardigheden van de startende studenten niet op orde zijn. De taal- en leesvaardigheid zou te wensen overlaten, om nog maar te zwijgen over hun studiehouding.  Veel studenten zouden een korte spanningsboog hebben, een consumerende houding of zelfs ongemotiveerd zijn.  Maar is dit nu werkelijk zo? En is er echt sprake van een dalend niveau?

    5 juli 2023